Over An Vanderlinden
KUNSTENAAR MET ZWART BLOED (*)
Dat An Vanderlinden iets met steenkool heeft, kan haast niet anders. Opgegroeid in Houthalen in een mijnwerkersfamilie, behaalde ze haar Master in de Beeldende Kunsten tijdens de woelige tijden van de mijnsluitingen. Dat deed ze met abstracte zwarte schilderijen, onder de titel ‘zwart is niet zwart’. Met de laatste bezoekersgroepen daalde ze mee af in de mijn van Zolder, om met haar handen en broekzakken vol steenkool terug boven te komen. Steenkool die moest dienen om in kunstwerken te verwerken, al wist ze nog niet goed hoe.
Toen ze 7 jaar geleden het mijnthema terug oppikte, werd ze weer getroffen door de schoonheid van steenkool. Ze klopte en zeefde het in verschillende formaten, en bracht het aan op haar zwarte doeken. Zo ontstonden lichtschakeringen. Het bleek het begin van een heel nieuwe evolutie in haar oeuvre. Eentje waarin de grens tussen figuratie en abstractie vervaagde, net zoals die tussen het 2- en 3-dimensionale. Maar bovenal een evolutie waarin steenkool de hoofdrol kreeg.
VERLIEFD OP DE LOSVLOER
Telkens An in een mijngebouw komt, overvalt de grootsheid van de ruimte haar. Is ze geïmponeerd door de sfeer die er hangt, de geschiedenis die het uitademt. Ze wil er blijven, er beginnen schilderen. Tijdens haar rondleiding door be-MINE werd ze zo verliefd op de losvloer dat ze hardop verzuchtte dat ze er haar schildersezel doodgraag zou neerzetten. “Dan moet je een aanvraag indienen”, was het laconieke antwoord.
Dat deed ze. An vroeg toestemming om op de losvloer groot formaat schilderijen te maken, met de steenkoolverf die ze aan het ontwikkelen was. Zo zou de Beringse steenkool uiteindelijk verwerkt worden op de plaats waar ze oorspronkelijk naar boven gehaald is.
Een 3-tal maanden nadat ze de vraag officieel stelde, kwam de toestemming, mits ze een paar verzekeringen afsloot en een overeenkomst ondertekende. Heel uitzonderlijk, want de losvloer is een ruimte die normaal niet zonder begeleiding gebruikt mag worden. Soms komen dromen uit.
ONTWIKKELING STEENKOOLVERF – CHARBON DE BERINGEN
Op het moment dat ze haar aanvraag indiende, juli 2017, stond haar verfontwikkeling nog in de kinderschoenen. Wat volgde waren vele maanden van intensief onderzoek naar betere methodes en andere producten om zo kwaliteitsvol mogelijke acrylverven te maken. Ze had immers veel grotere hoeveelheden nodig voor haar schildersdoeken van 2m50 x 2m.
Om verf te kunnen maken van steenkool, moet het eerst verwerkt worden tot pigment.
Hiervoor wast, vermaalt en zeeft An de steenkool tot poeder. Vervolgens wrijft ze met een glazen loper het steenkoolpigment met een dispergeermiddel aan tot een pigmentpasta. Deze pigmentpasta mengt ze nadien tot verf door er verschillende bind- en bewaarmiddelen aan toe te voegen. Een arbeidsintensief proces.
Er belandde heel wat uren werk in de vuilbak omdat de verf klonterde of beschimmelde. Uiteindelijk kwam ze tot een paar verschillende soorten goede, houdbare en lichtechte verf. Verven in de door haar gewenste consistentie, glansgraad en transparantie.
Van de stofkool uit kolenwasserij 2 maakt ze bruine, transparante verf. Die gebruikt ze om vele lagen over elkaar te schilderen, zodat er kleurschakeringen ontstaan die steeds dieper worden. 10 lagen over elkaar zijn geen uitzondering in een schilderij.
De steenkool uit kolenwasserij 1 wordt, na 4 keer wassen, uiteindelijk een heel diepzwarte, matte verf. De zwartste verf die er is.
ARTIST RESIDENCY
Begin april was het eindelijk zover. Ze nam voor 4 maanden haar intrek in het mooiste en grootste atelier dat ze haar kon inbeelden: de losvloer van de kolenwasserij van Beringen. Overdonderd door de ruimte waarin ze zich bevond, werd deze omgeving naarmate de weken vorderden steeds zichtbaarder in haar schilderijen.
Eerst was er de chaos, het stof, en de beetje angstaanjagende maar tegelijk verleidelijke donkerte van de kolenwasserij. Toen vonden de vele trappen in het gebouw hun weg in haar werk, net zoals de sporen en de openstaande deuren.
Het licht dat overal binnen dwarrelt werd feller naargelang het warmer werd, om in haar laatste grote werk bijna oogverblindend door de deuren heen te schijnen.
Dit is niet enkel omdat op bepaalde uren van de dag het licht écht vanuit de deuren lijkt te komen…
SYMBOLIEK
Net zoals haar schilderijen letterlijk uit verschillende lagen opgebouwd zijn, zitten er ook verschillende lagen van betekenis in.
Transitie
In feite is heel haar werk een transitie van het verleden naar de toekomst.
Ze gebruikt eeuwen oud materiaal, dat bijna 30 jaar geleden is bovengehaald, om nu nieuwe dingen te maken die in de toekomst blijven bestaan.
Respect
Voor An draait haar werk grotendeels om respect. Om schoonheid, en om hoop.
Respect voor het mooie materiaal dat zich onder onze voeten bevindt, voor de natuur. Respect voor alle mijnwerkers die ooit steenkool bovenhaalden.
Door de steenkool die nu nog in de kolenwasserij ligt tot kunstwerken te verwerken, krijgt de steenkool die de Beringse mijnwerkers tijdens hun laatste shift bovenhaalden alsnog een nieuwe bestemming. Net zoals het gebouw waarin ze schilderde binnenkort een nieuwe bestemming krijgt als onderdeel van het nieuwe mijnbelevingscentrum be-MINE PIT.
Zo wil ze een ode brengen aan de mijnwerkers.
Hoop
Ook de steenkool die ze bovenop haar werk bevestigt komt, op de trap na, uit diezelfde Beringse ondergrond. Zoals je ziet als je naar haar werk kijkt, is steenkool op zich niet zwart. De onderliggende verf is veel zwarter. Dàt is net wat Vanderlinden je wil laten zien: er zit altijd nog licht in zwart. Er is altijd nog iéts positiefs te vinden. Er is altijd nog hoop.
An zoekt naar de zwartst mogelijke verf, om te laten zien hoeveel licht er nog zit in hetgeen wat wij zwart noemen.
Volgens haar is zwart niet negatief. Steenkool was ook niet negatief, het bracht oorspronkelijk rijkdom. Mijnwerkers waren niet negatief, ze werkten samen, vertrouwden elkaar met hun leven. In de angstcultuur die er nu heerst, zou niemand nog die mijn durven ingaan.
Als we het mooie uit het verleden laten zien, koesteren en gebruiken, gaan we samen een schitterende toekomst tegemoet. Zoals het licht je tegemoet straalt vanuit haar zwarte schilderijen.
(*) In Belgisch Limburg is “zwart bloed hebben” een uitdrukking die wil zeggen dat je uit een mijnwerkersfamilie komt. An haar vader, René Vanderlinden, werkte 11 jaar als Chef Porion in de mijn van Houthalen. Haar grootvader, Hendrik/Rikske/Henri Lemmens, werkte 27 jaar als electricien-brigadier in de mijn van Beringen.