Fuck Ikea Hasselt
Er is ook nieuws buiten mijn atelier, letterlijk, en dat vind ik écht, maar dan ook écht niet fijn. Ik woon aan de rand van de stad. Als ik vanuit het enige venster in mijn atelier dat op ooghoogte is naar buiten kijk (iets wat ik dikwijls doe), dan kijk ik altijd naar rechts, want links, daar ligt de stad. Recht naar achter en naar rechts, daar ligt natuur. De autostrade wordt door de fijne geluidsmuur aan het oog onttrokken (enkel de vrachtwagens komen er een beetje bovenuit), en daarachter lag terug natuur, niets dan natuur. De bomen leek gewoon door te lopen van hier tot oneindig. Zalig.
Als ik ‘s avonds de rolluik van de slaapkamer naar beneden deed was alles donker. Alles, op het licht van 1 huis na. Daar wuifde ik dan even naar. Dag huis, tot morgen. In donkere winterdagen zoals nu was het ‘s morgens trouw weer op post als ik de rolluik weer open deed. Lichtpuntje in de duisternis. Een bondgenoot in de verte.
Nu denk ik iedere avond en iedere morgen bij het op- en aflaten van de rolluiken: Fucking Ikea!
De duisternis heeft het loodje moeten leggen tegen een gigantisch grote parking, badend in het gele licht, en daarin een dik groot blauw en geel gebouw, met lichtgevende letters die speciaal naar hier gericht lijken te zijn: IKEA. Fucking Ikea.